Show
De Ierse rood-witte Setter is gelukkig over het algemeen een gezond ras. Een Ierse rood-witte Setter wordt gemiddeld 12 jaar oud. Er zijn ook Ieren die veel ouder worden. Goede voeding en beweging houden je Ier gezond.
Maar er zijn wel een aantal erfelijke aandoeningen die in het ras voorkomen. Zo kent het ras gevallen met epilepsie, erfelijke epilepsie ontstaat vaak op jonge leeftijd (primaire epilepsie) en is helaas niet te genezen.
Oogziekten als nachtblindheid in verschillende vormen, zogenaamde PRA 1 en 4 komen binnen het ras nauwelijks nog voor. Deze oogziekten kunnen namelijk via DNA bepaald worden. Hierdoor kan er een goede selectie op ouderdieren toegepast worden.
Heupdysplasie (HD) kan eveneens voorkomen worden door een goede selectie van de ouderdieren. Via röntgenfoto’s kan bepaald worden of je Ierse Setter aan HD lijdt en zo ja in welke mate. Maar ook HD vrije ouders is geen garantie voor een HD vrije generatie. Goede voeding en verantwoorde beweging zijn belangrijk tijdens de ontwikkeling van de Ier naar volwassen leeftijd om het risico op ontwikkeling van HD te verkleinen.
De Ierse rood-witte Setter is een ras waarbij na castratie/sterilisatie ook ongewenste veranderingen in de vachtstructuur ontstaat. De vacht wordt dik en pluizig. Bij teven is de kans op incontinentie groter dan bij andere rassen, zeker wanneer ze voor hun eerste loopsheid of eerste levensjaar gesteriliseerd worden. Daarnaast is de kans op botkanker op latere leeftijd hoger dan gemiddeld. Overleg daarom altijd eerst met de fokker van jouw Ier en de dierenarts.
Jouw fokker kan je meer inlichtingen geven over aandoeningen in het ras, je kunt ook meer informatie vinden bij de LICG. Het is aan te raden je goed te informeren voordat je overgaat tot de aanschaf van een Ierse rood-witte Setter.
Bij de Raad van Beheer, de overkoepelende vereniging, die ook de stambomen uitgeeft kan men via de website de gezondheidsuitslagen bekijken van de honden.